Het historische principe van lagerbeweging

Bij de vroege vorm van lineaire lagering werd een rij houten staven onder een rij beschermplaten geplaatst. Moderne lineaire bewegingslagers gebruiken hetzelfde werkingsprincipe, behalve dat er soms kogels worden gebruikt in plaats van rollen. Het eenvoudigste roterende lager is het asbuslager, dat slechts een bus is die tussen het wiel en de as is ingeklemd. Dit ontwerp werd vervolgens vervangen door wentellagers, waarbij veel cilindrische rollen werden gebruikt om de originele bus te vervangen, en elk rolelement was als een afzonderlijk wiel.

Een vroeg voorbeeld van een kogellager werd gevonden op een oud Romeins schip dat in 40 voor Christus werd gebouwd in het Naimi-meer, Italië: een houten kogellager werd gebruikt om een ​​roterend tafelblad te ondersteunen. Er wordt gezegd dat Leonardo da Vinci rond 1500 een kogellager beschreef. Een van de verschillende onrijpe factoren van kogellagers is een heel belangrijk punt dat de kogels zullen botsen, wat extra wrijving veroorzaakt. Maar dit kan worden voorkomen door de ballen in kleine kooien te plaatsen. In de 17e eeuw beschreef Galileo voor het eerst het kogellager van de ‘kooikogel’. Aan het einde van de 17e eeuw ontwierp en vervaardigde de Britse C. wallow kogellagers, die voor proefgebruik op de postwagen werden geïnstalleerd, en de Britse P Worth verkreeg het patent op kogellagers. Het eerste praktische wentellager met kooi werd in 1760 door horlogemaker John Harrison uitgevonden om een ​​H3-uurwerk te maken. Aan het einde van de 18e eeuw publiceerde HR hertz uit Duitsland een artikel over de contactspanning van kogellagers. Op basis van de prestaties van Hertz heeft de Duitse r. Stribeck en het Zweedse Palmgren en anderen hebben een groot aantal tests uitgevoerd, die hebben bijgedragen aan de ontwikkeling van de ontwerptheorie en de berekening van de levensduur van wentellagers. Vervolgens paste NP Petrov uit Rusland de viscositeitswet van Newton toe om de lagerwrijving te berekenen. Het eerste patent op het kogelkanaal werd in 1794 verkregen door Philip Vaughn uit Camson.

In 1883 stelde Friedrich Fisher het idee voor om geschikte productiemachines te gebruiken om stalen kogels met dezelfde grootte en nauwkeurige ronding te slijpen, wat de basis legde voor de lagerindustrie. O Reynolds maakte een wiskundige analyse van Thor's ontdekking en leidde de Reynolds-vergelijking af, die de basis legde voor de hydrodynamische smeringstheorie.


Posttijd: 01-sep-2022
WhatsApp Onlinechat!